• blad nr 1
  • 11-1-2014
  • auteur K. Hagen 
  • Redactioneel

 

Engels voor kleuters = hot

Engels vanaf de kleuterklas is booming. De gemeente Amsterdam wil meer Engels op basisscholen. En ook staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs vindt het zonde om pas in groep 7 met Engels te beginnen. Is het beter als kinderen eerder Engels krijgen? En wat betekent het voor leraren?

Toetsinstituut Cito geeft duidelijk antwoord in het peilingsonderzoek Balans van het Engels
aan het einde van de basisschool van afgelopen september. Nee, vroeg starten heeft nauwelijks effect op vaardigheden als lezen, luisteren, schrijven en de woordenschat. Wel spreken kinderen die vanaf groep 1 Engels krijgen de taal beter dan leerlingen die pas in groep 7 beginnen. Een verklaring geeft Cito niet. Het is opvallend dat de extra uurtjes Engels alleen invloed hebben op het spreken en niet op de andere vaardigheden. Scholen besteden, volgens Cito, namelijk de meeste aandacht aan het luisteren.
Duizend basisscholen geven op dit moment Engels in de onderbouw. Ter vergelijking, in het schooljaar 2010/2011 waren het iets meer dan vierhonderd scholen, zo staat in een onderzoek van het Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO uit juni 2011. De Juliana van Stolbergschool in Waalwijk is een van die scholen. Sinds 2009 krijgen kleuters daar Engelse les. Alle klassen op die basisschool hebben twee keer per week 30 tot 45 minuten Engels. Een keer van hun eigen leerkracht en een keer van een native speaker.

Spontaan
“Now we speak English”, zegt juf Ellen Verhoef tegen haar groep 2. “We all stand up.” De kleuters staan in een kring en beginnen te zingen. “Red, pink, yellow, blue, purple, green.” Het kleurenlied. Even later pakt Verhoef oranje kaartjes met nummers. “Which number is this?” De vingers gaan omhoog, een kleuter antwoordt: “Negentien”. “In English”, antwoordt Verhoef. Dan pakt ze uit een rieten mand een kastanje. Ze houdt die in de lucht en vraagt naar de Engelse naam. De klas denkt na, alleen niemand komt op het woord. “Kijk goed naar het filmpje, dan weten jullie het daarna vast”, zegt Verhoef nog steeds in het Engels.
De hele school is ingericht op de Engelse lessen. Jacqueline van Heijst, coördinator Engels op de Waalwijkse basisschool, wijst op een houten kast in de gang. “Daar liggen Engelse spellen en boeken in”, zegt ze. “Kinderen kunnen dat pakken als ze met iets klaar zijn.” Ook de Britse vlag hangt er prominent overheen.
De basisschool heeft een Earlybird-certificaat en volgt die methode. “Ik juich vroeg Engels leren toe. Kinderen raken vertrouwd met de taal als ze er op jongere leeftijd mee beginnen”, zegt Van Heijst. “Ze zijn nieuwsgierig en hebben een goed vermogen om de taal spelenderwijs te leren. Met een spelletje of een liedje gaat het onopgemerkt.” Volgens de coördinator zijn kinderen door al vroeg met Engels bezig te zijn, gewend om het te spreken. “Ze durven vaak in groep 8 beter te praten.”
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs is al om. Hij wil scholen de mogelijkheid geven om instructie in een vreemde taal te geven tot 15 procent van de lestijd. Dat schreef hij afgelopen zomer aan de Tweede Kamer. Omdat het nu nog niet mag, moeten daarvoor de regels worden aangepast. En Dekker gaat nog een stap verder. In 2014 starten twintig basisscholen een proef met tweetalig onderwijs. Dan krijgen leerlingen 30 tot 50 procent van de lessen in het Engels.
Uit onderzoek van Vanessa Lobo, docent Engels aan het Varendonck College én native speaker, blijkt dat in groep 1 beginnen niet per se beter is. Zij promoveerde afgelopen zomer aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. “Taalkundigen zeggen altijd dat vroeg starten het makkelijkst is, omdat kinderen de taal dan nog spontaan leren. Dit is een veel gebruikt argument om in groep 1 te beginnen.” Volgens Lobo kun je die gedachte niet zomaar overzetten naar een onderwijssituatie. “Dan spelen andere factoren mee, zoals interactie in de klas, aandacht en cognitieve rijpheid. Uit mijn onderzoek kwam naar voren dat iets later beginnen beter werkt.”
Dat later is volgens haar vanaf groep 3. Lobo: “Kinderen vanaf zes jaar in groep 3 kunnen meer met de Engelse lessen en zijn er ook enthousiaster over.” Toch vindt Lobo het op zich niet slecht als scholen vroeg met Engels beginnen. “Kinderen leren wat en zijn er enthousiast over. Wel wilde de helft van de kinderen in groep 1 stoppen aan het eind na de les, terwijl in groep 3 de meerderheid door wilde gaan.”

Obstakels
De promovendus wijst wel op de obstakels die er zijn om vroeg Engels aan te bieden. “Ik kijk altijd zeer kritisch naar voorstellen van het ministerie. In de praktijk is het meestal lastiger dan op papier”, zegt ze. Als scholen vroeg starten met Engels is het taalniveau van de leraren een punt. Dekker wijst hier ook op in zijn brief. Leraren doen bijna niet aan nascholing voor Engels en ook op de pabo’s wordt het vak niet altijd even goed gegeven.
Slechts 10 procent van de leraren is tevreden over de omvang en inhoud van Engels op de pabo, blijkt uit het Cito peilingsonderzoek. Ze hebben meer behoefte aan taalvaardigheid dan aan didactische vaardigheid. Ook zijn er nog te veel verschillen tussen basisscholen als het om Engels gaat. De ene school geeft veel meer uren Engels dan de andere en het startpunt verschilt ook.
Juf Ellen Verhoef zegt dat ze geen moeite heeft met het spreken van Engels. “Op de pabo kreeg ik wel Engels, maar heel summier.” Volgens coördinator Van Heijst hebben alle leraren op de Juliana van Stolbergschool een cursus gevolgd. “Dat was een voorwaarde en vormt een goede basis.” De native speaker is ook belangrijk. “De kinderen krijgen één keer in de week les van haar. Zij heeft de echte tongval en leerkrachten leren daar ook weer van als zij hun eigen les Engels geven.”

Kastanje
Via het Europees Platform werken een aantal pabo’s in Nederland samen. Zij willen de kwaliteit van het Engels op alle opleidingen vergroten. De pabo van Stenden Hogeschool Leeuwarden is een van die pabo’s. “Studenten kunnen in het derde leerjaar extra aandacht besteden aan Engels in het basisonderwijs”, zegt Alex Riemersma, lector meertaligheid aan Stenden Hogeschool Leeuwarden. “Een jaar later kunnen de studenten in een minor meertaligheid hun Engels verbeteren. Het Engels wordt dan ook als instructietaal gebruikt.”
Promovendus Lobo pleit voor specifieke einddoelen en voor een doorlopende leerlijn als voorwaarde voor het vroeg aanbieden van Engels. Dekker ziet dit ook als een van de knelpunten. Hij schrijft: ‘Door de groei van het vroeg vreemde talen onderwijs is er behoefte aan kwaliteitseisen.’ Van Heijst sluit zich hierbij aan en zegt dat je als basisschool nooit zomaar iets moet doen. “Er moet wel een achterliggende gedachte zijn. De doelen moeten duidelijk zijn en er moet een stappenplan zijn.”
Als juf Ellen het filmpje uitzet, houdt ze de kastanje weer in de lucht. Dit keer gaan er wel vingers omhoog, de kleuters hebben het woord zojuist gehoord. “It’s a conker”, antwoordt een kleuter. Verhoef: “That’s right!”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.