- blad nr 20
- 14-12-2013
- auteur . Overige
- Redactioneel
Zesdelige documentaireserie De School
Hoe docenten het verschil kunnen maken
Tekst Andrea Holwerda
Vestigingsdirecteur Ludi Zoomer weet nog precies hoe het in september vorig jaar allemaal begon. “Het was dinsdagochtend 9.00 uur. De telefoniste zei: Ik heb BNN aan de lijn, ze willen hier een documentaireserie maken. Ik had direct mijn oordeel klaar: Dat gaan we niet doen.” Toch besloot Zoomer even te luisteren naar wat de omroep te zeggen had. “Ze wilden een documentaire maken over hoe docenten het verschil kunnen maken in het leven van pubers. Gaandeweg het gesprek dacht ik: Misschien is het toch een kans. Als wij een ding zeker weten, is dat het niet alleen om meetbare maar ook om onmeetbare zaken als leren doorzetten gaat. Maar dat raakt meer en meer uit beeld.”
Zoomer vond dat de researchers van BNN en producent Submarine dan ook maar direct langs moesten komen en dus sprak ze de volgende dag al samen met algemeen directeur Dick Bruinzeel met hen op school. “Duidelijk werd dat er heel wat scholen waren benaderd. Met een aantal daarvan liepen gesprekken, maar er waren ook scholen direct afgehaakt. Ze zeiden dat ze op zoek waren naar een gewone school. Niet een school in een achterstandswijk of een categoriaal gymnasium maar een doorsnee-school. We begrepen wel dat ze ons van buitenaf zo zagen”, vertellen de twee.
Zoomer en Bruinzeel concludeerden dat voor hen alles draaide om de vraag: Is de veiligheid van leerlingen en docenten te garanderen? “Wij dachten van niet. Maar we besloten om niet direct nee te zeggen.” Het was de start van een heel traject. Nog dezelfde dag werd de rest van de directie ingelicht. Ze vonden dat als je zoiets durft, je zeker moet weten dat iedereen erachter staat. “En dat er dus met alle betrokkenen gepraat moest worden. Van docenten tot contactoudergroep.”
Het vak
Besloten werd eerst een bijeenkomst te houden voor het personeel. BNN en Submarine legden hun plan uit. Dat zij wilden filmen met onbemande camera’s om zo het echte schoolleven te kunnen vangen. Zonder de nadruk op ruzies en incidenten. Na een uur vertrokken ze, zodat de zo’n honderd personeelsleden onder elkaar van gedachten konden wisselen. “De stemming was dat het mooi zou zijn te kunnen laten zien wat het vak echt inhoudt”, zegt Zoomer. Maar dat er vooral met leerlingen en hun ouders over gepraat moest worden.
Dat gebeurde dan ook. Omdat inmiddels duidelijk was geworden dat het waarschijnlijk zou gaan om de vierde klassen, was de opkomst op de bijeenkomst behapbaar, vertellen de twee. Met ruim tweehonderd leerlingen en ouders werd gepraat over niet in beeld willen, opnemen van privégesprekken, raadplegen van deskundigen. Zoomer: “Uiteindelijk was de meerderheid positief. Ze dachten dat we zo een vollediger beeld konden laten zien van leerlingen en hun docenten.”
In de maanden daarna werd in de medezeggenschapsraad, leerlingenraad en oudercontactgroep verder gepraat. “Niets werd er nog beslist, zo hadden we tijdens de bijeenkomsten al benadrukt. We waren er echt met z’n allen over aan het nadenken.” Zoomer en Bruinzeel raadpleegden enkele deskundigen, zoals een psycholoog. “Daarvoor hebben we ons eigen netwerk ingezet.” En er werd verder gesproken met de makers. “Bovenal over het hebben van inspraak in de serie tot het eind.”
Unanieme beslissing
Alle informatie werd verzameld in een memo. De uiteindelijke beslissing lag bij de geledingen. “Zij moesten unaniem instemmen met de serie”, vertelt Zoomer. En dat deden ze eind februari. Van groot belang bij de beslissing was volgens Bruinzeel en Zoomer dat de veiligheid van iedereen verzekerd kon worden. “Met in een contract vastgelegde afspraken: wie niet in beeld wil komt niet in beeld, bij vertrouwelijke gesprekken kunnen de camera’s worden uitgezet, de uitzendingen worden vooraf door alle betrokkenen bekeken en bij opmerkingen aangepast en beeld dat niet gebruikt wordt, wordt vernietigd.”
Maar voordat de opnames van start gingen, moest er nog heel wat gebeuren. BNN en Submarine deden nog een aantal weken onderzoek op de school. Uiteindelijk hakten zij de knoop door en werd besloten 4-havo, zo’n 175 leerlingen en tientallen docenten tijdens de laatste twee maanden van het schooljaar te volgen. Er werd opnieuw een ouderavond belegd, leerlingen werden gescreend op weerbaarheid, vastgelegd werd wie niet in beeld wilde. Uiteindelijk waren dat er maar een paar, zegt Zoomer. Twee redacteuren maakten kennis met de klassen en het team, ze volgden lessen, waren er in de pauze en hielden gesprekken.
In de meivakantie werd de school echt opnameklaar gemaakt. “Drie lokalen voor de regie, een lokaal voor alle spullen, een interviewlokaal”, somt Zoomer op. “Dat kon doordat de examenklassen geen les meer hadden.” Daarnaast werden er veertig camera’s, duidelijk zichtbare bollen, opgehangen. “Bij het fietspad, de ingang en de kluisjes, in twee gangen, twee lokalen, in een deel van de aula en de personeelskamer, in de kamer van de teamleider, de zorgcoördinator en bij de verzuimcoördinator in de mediatheek. Kortom, goed verspreid, maar niet overal. We hadden geen school vol camera’s.” Zaken anders inrichten was niet nodig. “Alleen de vlag bij de ingang moest uit de mast. En het was verder wel even een puinzooi natuurlijk. Onze conciërges hebben hard gewerkt. Dat is ook aan hen vergoed.”
Wennen
De eerste schooldagen na de vakantie was het voor iedereen wennen, vertelt Zoomer. Ook omdat er veel roosterwijzigingen waren door het niet beschikbaar zijn van vijf lokalen.
“De eerste keer daar staan heeft me wel een slapeloze nacht bezorgd”, blikt Marleen Geertsma, docent Frans, lachend terug. “Iedereen deed in het begin wel een beetje anders”, vertellen leerlingen Isabelle (17) en Thijs (18). “Maar ik was gauw weer volop met het lesgeven bezig, ook omdat de leerlingen er al snel rustig onder waren”, vertelt Geertsma.
Na nog geen twee dagen leken de meesten op hun gemak te zijn, zegt Zoomer. “Iedereen zat op zijn vaste plek in de aula. Er werd niet getijgerd door de gang of iets dergelijks.” En zo bleek het al in de eerste week te lukken om goed materiaal te verzamelen. Er werd besloten op bepaalde leerlingen en docenten in te zoomen, legt Zoomer uit. “En dan werd je gevraagd dingen toe te lichten in het interviewlokaal”, vertelt Isabelle, die aan het knokken was om over te gaan. “Dit was voor mij uiteindelijk ook een extra motivatie.”
Maar als iemand dit niet of toch niet wilde, dan was dat ook goed, aldus Zoomer. “Ik heb er wel over nagedacht”, vertelt Thijs, die een depressie heeft gehad. “Maar het leek me goed te vertellen dat het belangrijk is dat je er op tijd met iemand over praat.” De afspraak dat ze op zaken terug konden komen, vond iedereen een prettig idee. Geertsma: “Dat heb ik bijvoorbeeld gedaan nadat ik op een bepaalde manier op iets had gereageerd en maar in mijn hoofd bleef zitten dat ik het echt iets anders moest zeggen.”
Rare stem
Alle betrokkenen en een deskundige van buitenaf hebben inmiddels de eerste afleveringen bekeken. En iedereen herkent zichzelf echt, zo stellen ze. “Al vind ik mijn stem wel raar klinken”, grinnikt Isabelle. “Maar er is niet gek in geknipt of zo”, stelt Thijs. “Erger of leuker gemaakt”, zegt Geertsma. “Wat je ziet is de school”, vat Zoomer samen. “Van het welkom heten bij de ingang, leerlingen al gapend maar ook mopperend in de klas en hoe docenten daarmee omgaan tot het zoenende stel bij de kluisjes en de gesprekken tussen leerlingen en docenten en onderling.”
Er hoefde tot nu toe dan ook nog niet echt iets uitgehaald of veranderd te worden. Zoomer: “Een klein ding dat me te binnen schiet is dat door de voice-over werd gezegd ‘afzakken’ naar het mbo. Daar is ‘overstappen’ van gemaakt.” Het is voor hen het bewijs dat het goed is geweest om het hele traject op deze manier te doorlopen, zeggen Zoomer en Bruinzeel. De documentaire is geworden zoals bedoeld. “Je ziet hoe samen het verschil kan worden gemaakt.”
Dit neemt niet weg dat het heel spannend is hoe de reacties op de serie zullen zijn. Met alle leerlingen is besproken hoe met die reacties bijvoorbeeld op sociale media om te gaan. “En zo hebben zij maar ook alle andere leerlingen, dankzij door BNN aangeboden mediawijsheidlessen, van dit alles ook echt geleerd.” Ze zouden het terugkijkend dan ook zo weer doen. “Al is het ook goed dat er straks een einde aan komt”, lacht Zoomer.