• blad nr 20
  • 14-12-2013
  • auteur N. van Dam 
  • Redactioneel

Afgestraft op interpunctie en hoofdletter 

Dictee brengt een bepaalde rust in de klas

De dicteerage voor volwassen liefhebbers nadert zijn hoogtepunt met de uitzending volgende week van het Groot Dictee der Nederlandse taal. Dit jaar geen Groot Kinderdictee op tv. In de basisschool is het dictee buiten wedstrijdverband nog steeds een gebruikelijke toetsvorm bij spelling. Maar in het voortgezet onderwijs is het een grote uitzondering.

Op een gedeelde eerste plaats bij het Groot Kinderdictee, uitgezonden voorafgaand aan het Groot Dictee, eindigde vorig jaar Thuy An Nguyen, leerling van groep acht van basisschool Maria Goretti in Sint Willebrord. Zij maakte zes fouten. “Het was haar initiatief. Haar juf en haar moeder hebben de voorbereiding gedaan”, vertelt directeur Harrie Heijmans. Ook als het nog zou kunnen, zou zijn school dit jaar toch niet hebben meegedaan. “Het programma van groep acht zit hartstikke vol. Als er geen initiatief vanuit de groep komt, gaan wij er geen landelijk dictee bij doen. We doen overigens wel heel veel aan spelling, te veel om op te noemen, ook veel dictee.”
Na negen jaar was 2012 voorlopig de laatste aflevering van het Kinderdictee op televisie. Het dictee, waaraan leerlingen van groep acht deelnamen, werd vanaf 2004 uitgezonden. Kijkcijfers spelen waarschijnlijk een rol bij deze beslissing.

Sperzieboontjes
Bert Snippe, leerkracht aan de Leonardo-afdeling van de Groningse Schoolvereniging, liet zijn leerlingen van groep zeven en acht altijd deelnemen aan de voorronde van het Kinderdictee om de schoolkampioen te bepalen. “We oefenen heel veel, maar dat vinden deze hoogbegaafde leerlingen leuk. Ze zijn als het ware al intrinsiek gemotiveerd.”
Zo kwam vorig jaar zijn leerling Jerry Chao Xu Zhuo als schoolkampioen in de Eerste Kamer terecht, waar hij eindigde op een gedeelde eerste plaats met zes fouten. Snippe hecht grote waarde aan goede spelling, ook privé. In een restaurant wil hij nog wel eens de spelling corrigeren als er foute ‘sperzieboontjes’ op de menukaart staan.
Snippe’s motivatie ontstond op de universiteit, waar hij zijn eerste referaat terugkreeg met twintig potloodstreepjes bij spelfouten. “Dat vond ik zo schandalig slecht van mezelf. En nooit eerder was ik er op school zelfs maar op gewezen dat ik slecht spelde. Integendeel, ik was gewoon een goede leerling.” Hij besloot in zijn leraarswerk spelling een redelijk prominente rol te geven. Hij gebruikt nu onder meer een methode waarin de ene week 24 onveranderlijke woorden worden aangeleerd en per dictee getoetst, de andere week gaat het om 24 werkwoordspellingen. Hij vindt het dan ook erg jammer dat het voortgezet onderwijs weinig aandacht heeft voor spelling en dictee.

Instinkers
Het basisonderwijs is nog vol dictees. “Elke drie weken”, zegt leerkracht Maaike Brittijn. “Onze methode heeft woord- en zinsdictees ingebouwd om te toetsen of de kinderen de aangeboden spellingafspraken kunnen toepassen.” Aan de hand van methode- en Cito-toetsen doorlopen de leerlingen het proces van de woorden met één lettergreep in groep drie tot en met werkwoordspelling en de verschillen tussen lijden en leiden van groep acht en de Eindtoets.
Op internet zijn verschillende dictees te vinden, zoals van de Jan Ligthartscholen in Tilburg met tien dictees voor elke jaargroep. Digitaal te oefenen door zinnen of woorden na te typen die na vier seconden van het scherm verdwijnen. Ook de educatieve uitgevers hebben legio mogelijkheden digitaal.
In Rotterdam las burgemeester Aboutaleb in oktober in de raadzaal het eerste Stadsdictee voor aan brugklassers uit de regio Rotterdam. De tekst bevatte instinkers als up-to-date, weggeëbd, ten enenmale en O-benen. “Het was het begin van een mooie traditie”, zegt Sander van Ee van de gemeente. Hij gaf uitvoering aan een motie van de gemeenteraad die iets positiefs wilde ondernemen tegen taalachterstand. De scholen deden volgens hem vooral mee om zich positief te kunnen profileren als de opleider van spellingkampioenen.
Guyanne van der Horst van onderwijsadviesorganisatie CED-Groep, die voor het landelijke Kinderdictee altijd de voorrondes heeft georganiseerd met basisscholen, deed nu de organisatie voor het Stadsdictee. Zij zegt over het wedstrijdelement: “Het is fijn om eens een ander type kind in het zonnetje te zetten. Voor sporters, zangers en dansers zijn er al zoveel mogelijkheden.”
Tjitske Westra, bestuurslid van de sectie Nederlands van de Vereniging Leraren in Levende Talen, heeft haar bedenkingen tegen het dictee voor haar mavo/havo-leerlingen. “Wat meet je er eigenlijk mee? Ik vind het een achterhaald instrument voor het voortgezet onderwijs en ik hoop, met name met het oog op dyslectische leerlingen, dat geen enkele vo-school nog dictees als toets geeft. Er zijn inmiddels zoveel andere werk- en toetsvormen met meer rendement.”
Op haar school wordt jaarlijks maar één dictee afgenomen: “Dat heet ‘Het wonderlijke weer’ en maakt deel uit van het Protocol Dyslexie. Vrijwel iedere school voor voortgezet onderwijs neemt het zijn brugklassers af. Remedial teachers kunnen daaruit afleiden of er aanwijzingen voor dyslexie zijn.”

Wedstrijdje
Ook Fonnie Haverkort, eveneens bestuurslid bij Levende Talen, geeft geen dictees aan haar vmbo-leerlingen. “Ik weet niet hoe valide dictees zijn om het niveau van een leerling te bepalen.” Over het toenemend belang van spelling zegt zij: “Die behoefte komt zeker niet uit het onderwijs. Mijn leerlingen zijn er meer bij gebaat dat zij leren hoe zij een goede tekst schrijven. Hoe begin je, hoe zet je een goede structuur op? Dat leer je niet met eindeloze spellingoefeningen.”
Medebestuurslid Toine van Gaal vindt dictee enigszins ouderwets aan doen en werkt er nauwelijks mee met zijn leerlingen in de bovenbouw havo/vwo. “Gemiddeld twee lessen per jaar, veelal in deze tijd als het Groot Dictee op televisie komt. Bij de leerlingen is het redelijk populair. Ze zien het, zeker de jongens, als een wedstrijdje, een uitdaging. Het afnemen van een dictee brengt een bepaalde rust in de klas, een soort gezonde spanning.”
Naar aanleiding van de voorgenomen invoering van een diagnostische tussentijdse toets stuurde Levende Talen een brief aan de onderwijswoordvoerders in de Tweede Kamer. “Daarin wijzen we op de dreigende verschraling van het taalonderwijs, doordat de nadruk teveel op spelling komt te liggen. Spelling is een deelvaardigheid, geen strategische vaardigheid, die op zichzelf geen taalvaardigheid weerspiegelt. Maar spelling is ook veilig: makkelijk toetsbaar en doceerbaar. Je kunt op den duur een terugslageffect verwachten als scholen naar de toets gaan toe werken. Dan gaat de schaarse onderwijstijd minder naar andere vakonderdelen.” En de leerlingen hebben er weinig aan als ze hun spellingvaardigheid niet in strategische schrijfopdrachten kunnen laten zien, vindt hij.

Abominabel
Cecile Doeser is 32 jaar lerares Nederlands, eerst in het vmbo, de laatste drie jaar in het mbo. “De laatste vijftien jaar heb ik spelling en dictee niet meer in de eindtermen teruggezien. Dus deden we het niet, maar nu hebben we de ouderwetse zinsontleding weer. Dat heb je nodig om fatsoenlijk te kunnen spellen.”
Tegenwoordig spellen haar leerlingen abominabel, vindt zij. Een belangrijke oorzaak ziet zij in hun digitale communicatie. “Ze hebben geen woordbeeld meer, omdat ze nooit een boek lezen maar alleen teksten vol spelfouten. Bij elke schrijfopdracht worden zij afgestraft op interpunctie en hoofdletters, die niet gebruikt worden in sms en WhatsApp. Als ze iets in Word schrijven, valt het nog mee, omdat Word automatisch een hoofdletter maakt na een punt. Maar in hun normale toetsomgeving is geen Word.’
Zij vreest het ergste voor haar leerlingen mbo-2-niveau die referentieniveau 2f binnenkort moeten halen. Dat betekent voor werkwoordspelling bijvoorbeeld dat ook zij de tegenwoordige en de verleden tijd moeten beheersen.
“Op onze school zitten leerlingen die qua spelling niet verder zijn gekomen dan basisschool groep zes. Natuurlijk gaan we ons uiterste best doen hen op referentieniveau 2f te krijgen, maar voor sommigen zal dat onhaalbaar blijken. Dan moet je gewoon zeggen: ‘Daar gaan we jou niet verder mee pesten’, denkt Maarten van de Weijer in het vmbo. Hij herinnert zich nog goed de tijd dat de inspectie eindnormen niet eens goedkeurde als spelling belangrijk was. “De leerling moest vooral communicatief sterk worden. Als de boodschap maar overkwam. Als neerlandicus stuitte mij dat eigenlijk tegen de borst.” In de tien jaar die hij bij het Cito actief was voor examens en correctievoorschriften heeft hij ook daar spelling belangrijker zien worden. “Bij een of twee spelfouten kreeg je bij de schrijfopdracht een punt aftrek. Bij drie fouten of meer twee punten aftrek. Dat betekende dat 27 fout evenveel aftrek kreeg als drie fout, alsof het verschil onbelangrijk was.”
Van de Weijer doet weinig dictee, al bevat zijn methode nog wel woorddictees met bijvoorbeeld identiteitsbewijs, virusscanner, excursies en nieuwsgierig. “Maar de grootste problemen voor de leerlingen zitten toch in de werkwoordspelling.”

{kader}
Tijger of theemuts
www.dictees.nl is het walhalla voor mensen die graag meedoen aan wedstrijden waarin de juiste spelling van de Nederlandse taal centraal staat. Meer dan zestig plaatselijke initiatieven in Nederland en België organiseren jaarlijks een dictee, waarvan Deventer een van de oudste én moeilijkste is. Bovendien zijn er allerlei bijzondere zoals een juridisch dictee. De website bericht erover en levert veel oefendictees. In sommige plaatsen is er een link met onderwijs, zoals in Rotterdam, Amsterdam, Vlaardingen en Leiden.
Recent kreeg de sector een nieuwe impuls met het boekje ‘5000 venijnige dicteewoorden’ van het Genootschap Onze Taal. Daarin vooral ook veel aandacht voor foutenkanonnen als de apostrof en het verbindingsstreepje.
Op www.dictees.nl is dit najaar iedere week een nieuw dictee te maken gebaseerd op dit boekje, ook wel het Roze Boekje genoemd met een knipoog naar het Groene Boekje, de richtlijn voor vrijwel alle dictees. Het dictee van de week bestaat uit tien meerkeuzevragen waarbij uit drie woordspellingen de juiste moet worden gekozen, bijvoorbeeld ciabata’tje, chiabataatje of ciabattaatje*. De site verbindt aan je persoonlijke uitslag het oordeel of je Tijger of Theemuts bent.
Dicteetijger is ook de benaming voor de mensen (meest mannen) die in verschillende plaatsen deelnemer zijn aan de spellingwedstrijd. De prijzen liggen meestal in dicteesferen: pennen of woordenboeken. De agenda laat geen dictee onvermeld. Voorlopig staat Hoorn op 19 januari als eerste vermeld in 2014.
{noot}
*De laatste is correct gespeld volgens ‘5000 venijnige dicteewoorden’ door het Genootschap Onze Taal, uitgeverij Unieboek/Het Spectrum, Houten. ISBN 9789.0003.315.81, €9,99.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.