- blad nr 20
- 14-12-2013
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Aanpak Amsterdam helpt
Voor het eerst is in de hoofdstad de vooruitgang van leerlingen berekend sinds hun binnenkomst op school. Deze leerwinst wordt nu naast de Cito-score vermeld in de kwaliteitswijzer 2013. De kwaliteitswijzer houdt ook rekening met de prestaties die van een school verwacht mogen worden. Inkomen, herkomst en opleiding van de ouders plus de voorschoolse educatie tellen mee. De gemeente maakt deze berekeningen om ouders meer inzicht te geven hoeveel de school kan toevoegen. Onderwijswethouder Pieter Hilhorst zegt in het Parool dat een school niet langer alleen wordt beoordeeld op de Cito-score. ‘De Cito-eindscore laat zien welk niveau de kinderen hebben, maar wij brengen in beeld dat een goede school meer is dan een goede eindscore.’
Hilhorst vindt het daarom belangrijk dat de leerlingen wel tussentijds getoetst worden. De leerwinst zit vooral bij scholen met achterstandskinderen. Populaire scholen met hoogopgeleide ouders scoren in de nieuwe berekening vooral gemiddeld. Herbert de Bruijne, voorzitter van het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam, vindt echter niet dat je daaruit op mag maken dat ze dus niet hun best doen. “Van zwak naar gemiddeld is natuurlijk een grote verdienste, maar van goed naar nog beter is moeilijker. Dat is zoiets als een zwemkampioen die zijn eigen record moet verbeteren. Het zijn hele kleine stapjes vooruit.” Ook vindt hij dat aan de leerwinst zware conclusies worden getrokken. “Het wordt berekend over de resultaten van één jaar rekenen en taal terwijl er 24 leergebieden zijn.” De school met de meeste leerwinst scoorde dit jaar een 11+.