- blad nr 19
- 30-11-2013
- auteur . Overige
- Fit voor de klas
9 tips
Bewaak je grens!
Tekst Andrea Holwerda
1. Maak een planning
Bekijk wanneer je wat wilt doen. Wel weten wat er allemaal aan werk ligt, maar niet wanneer je dit wilt doen, slurpt energie, zegt Marleen Holtkamp, efficiencydeskundige en schrijver van Nooit meer nablijven*. “Zit je in een bepaalde week met veel nakijkwerk? Plan dan bijvoorbeeld elke dag een moment in om een deel ervan te doen. Zo kom je steeds weer wat verder en daar kun je dan tevreden over zijn. Voorkom je dat je een week lang zit te balen over al het nakijkwerk dat er ligt en je het vervolgens op het laatste moment en allemaal in één keer moet doen.”
2. Voorkom teveel onderbrekingen
Zorg dat je niet continu wordt gestoord. Er kan natuurlijk altijd iets tussendoor komen. “Docenten vinden het heel belangrijk om buiten het lesgeven beschikbaar te zijn voor collega’s. En dat is ook goed”, stelt Holtkamp. “Maar besluit dan om een uur in de lerarenkamer te gaan zitten en dan naar je eigen lokaal of een stiltewerkplek te gaan.” Om daar dan echt even goed door te kunnen werken. Zodat je de zaken die je die dag af wilde maken, uiteindelijk ook echt af hebt.
3. Wees reëel
Besef dat je niet alles kunt doen. “Ik weet dat er veel leerkrachten zijn die eigenlijk altijd als er iets nieuws voorbijkomt zeggen: Dat doe ik er dan ook nog wel even bij”, vertelt Ellen Schaap, die als regioadviseur van het Vervangingsfonds dagelijks op scholen komt om te praten over welzijn en welbevinden. “Terwijl het regelmatig echt niet meer reëel is wat ze bij elkaar allemaal doen.” Er moet immers ook nog ruimte zijn voor wat anders dan werk. Vraag jezelf daarom juist af: wat wordt er precies verwacht? Past dit nog bij alles wat ik al doe? Valt er wat meer tijd te krijgen? Is een andere klus misschien over te dragen? Of kan het gewoon niet?
4. Beteugel je perfectionisme
Weet dat goed, vaak goed genoeg is. Je voor een 8 mag en niet altijd voor een 9 of 10 hoeft te gaan, stelt Schaap. Die ene les kan vast nog wat beter worden voorbereid. Maar er zijn ook nog zoveel andere dingen om te doen. “Dus blijf er niet mee bezig. Kijk er niet nog tien keer naar”, zegt vmbo-docent Joyce van der Pauw. Zij kreeg in 2010 zelf een burn-out en schreef hier een boek over**. “En durf ook te varen op materiaal dat er al ligt.” Spreek met jezelf af dat je dit op een ander moment dan weer eens vernieuwt.
5. Laat zaken los
Bedenk dat je niet overal verantwoordelijk voor bent. Probeer zo min mogelijk over zaken door te blijven malen. Richt je op je eigen dingen, benadrukt Van der Pauw. Denk: dat ligt nu bij die en die. Is buiten mijn bereik. Daar hoef en kan ik verder niets (meer) aan doen. “Voorheen wilde ik iedere leerling wel helpen. Maar dat kan uiteindelijk gewoon niet. Inmiddels lukt het me beter ze door te verwijzen naar bijvoorbeeld hun eigen mentor en dan te denken: Zo, ik heb ermee gedaan wat ik kon en vanaf hier weer verder.”
6. Bespreek dingen
Laat niets sluimeren. “Blijft iets toch in je hoofd zitten, houd dan een ‘piekersessie’”, zegt Van der Pauw. “Schrijf een steekwoord op, bedenk een oplossing en doe er wat mee zo gauw je vervolgens kunt.” Bespreek een voorval in je klas met een collega. Praat een vervelende opmerking onderling uit. Gooi in de groep dat die afgelaste vergadering voor jou wel belangrijk was. Dit kan best lastig zijn. “Maar dat vindt de rest vaak ook”, vult Holtkamp aan. “Dus hen help je zo ook om opener te zijn.”
7. Zorg voor overzicht
Voorkom onnodig lang zoeken naar zaken. Orden, maak mapjes. “En wees ook niet bang om dingen weg te gooien. Bedenk of het echt zo erg zou zijn als het niet meer terug te vinden is. Of het dan niet op een andere manier op te lossen zou zijn”, schetst Holtkamp. Het creëren van overzicht geldt ook voor alles op de computer, zoals e-mail. “Houd daarbij voor jezelf aan dat als je een bericht in twee minuten kunt beantwoorden, je dit direct doet. Het kost namelijk net zoveel tijd om het weg te zetten en op te schrijven dat je dit moet afhandelen en zo hoef je het helemaal niet meer te onthouden."
8. Heb plezier
Vergeet niet wat jij belangrijk vindt. Sta daar bij stil. Doe er wat mee. Als er bijvoorbeeld een goede discussie over een bepaald onderwerp in jouw klas ontstaat, mag die discussie er zijn. Of dat je weet te regelen dat je samen met een collega kunt werken aan een nieuwe opdracht. Schaap: “En complimenteer collega’s die dit weten te doen. Dat wordt vaak vergeten. Terwijl die waardering ook erg belangrijk is. Naar leerlingen toe wordt dit vaak heel bewust gedaan, maar naar elkaar toe eigenlijk niet.”
9. Weet te ontspannen
Maak je hoofd leeg. Ruim tijd in om te gaan sporten. “Bewegen werkt echt heel goed”, stelt Van der Pauw. Er zijn daarnaast natuurlijk ook nog heel wat andere dingen te bedenken om te ontspannen. “En waar de een dan graag met vrienden de stad ingaat, gaat de ander liever naar de sauna. Maar blijf dit bovenal echt doen.” Streep het niet uit je agenda.
{noten}
*)Nooit meer nablijven, Marleen Holtkamp, Bazalt Educatieve Uitgaven, ISBN 9789461181695, €25,00
**)Contracorriente, Joyce van der Pauw-Van Breukelen, Free Musketeers, ISBN 9789048430338, €19,95