• blad nr 19
  • 30-11-2013
  • auteur B. Hoogenboom 
  • Kleine column

 

De bond, dat bent u


Werkgevers en politici vinden het niet altijd leuk, maar de AOb heeft een dubbele doelstelling: we behartigen de belangen van onze leden als het gaat om de arbeidsvoorwaarden en – als dingen misgaan – heeft ieder lid recht op juridische bijstand. Dat is voor iedereen duidelijk. Men vindt ons in dat opzicht vaak lastig, maar niemand zal ontkennen dat het ons terrein is.
Dat we ons daarnaast sterk maken voor het beste onderwijs wordt aan de aan de andere kant van de onderhandelingstafel vaak minder gewaardeerd. Op zich kun je daar je schouders over ophalen: bestuurders, Kamerleden en bewindslieden moeten daar maar mee leren leven. Maar waar het not done is om de mores bij cao-trajecten te ondermijnen, is het vaak bon ton om de rol van het georganiseerde onderwijspersoneel te ondermijnen als we ons bemoeien met de koers die in het onderwijs wordt gevaren.
Natuurlijk is dat vreemd. Van bewindslieden die net als wij vinden dat ons onderwijs goed is, maar beter kan, mag je verwachten dat ze hun licht opsteken bij vakmensen. Maar vakmensen zijn vaak lastig. Zeker als die met elkaar hebben nagedacht over wat nodig is om het onderwijs beter te maken en de vele Haagse proefballonnen moeiteloos doorprikken omdat ze in de praktijk niet werken.
Politici vinden het veel handiger om met werkgevers te praten. De koepelorganisaties lijken immers te berusten in hun rol als veredelde uitvoeringsorganisaties en schikken zich makkelijk naar de nukken van het ministerie; als schoolbesturen dan maar de vrijheid krijgen in het ‘runnen van hun organisaties’. Dat onderwijspersoneel daar ook een mening over heeft, vinden velen vooral vervelend.
Voor de AOb zijn de twee doelstellingen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al was het alleen maar door de opstelling van de werkgevers dat arbeidsvoorwaardenmiddelen wel voor de schoolexploitatie mogen worden ingezet als dat zo uitkomt, maar dat beleidsmiddelen nooit voor arbeidsvoorwaardelijke doelen mogen worden ingezet. Goed onderwijs en onzekere contracten: wat heeft het met elkaar te maken? En hoe ziet de brug tussen goed onderwijs een achterblijvende salarisontwikkeling eruit?
De AOb probeert die verbanden te leggen. Met al onze leden in de scholen. Samen kunnen we ervoor zorgen dat aan de ontkenning van deze verbanden een einde komt. Laat uw eigen bestuurders zien dat de bond geen kale cao-machine in Utrecht is, maar dat u dat bond bent. Dat u met uw collega’s uit het hele land ideeën heeft ontwikkeld waarmee we ons werk verder kunnen ontwikkelen. Dat het onderwijs het beste kan worden ingericht in overleg met leraren en niet over de hoofden van het personeel heen.
Door bestuurders dagelijks op de werkvloer te confronteren met de boodschap dat de genoemde verbanden wel degelijk gelden, wordt het uiteindelijk onmogelijk de AOb te passeren als het om onderwijsinhoudelijke vragen gaat. Bereiken we dat doel, dan hebben we uiteindelijk ook een betere uitgangspositie bij cao-onderhandelingen. De bond, dat bent u. Ik reken op uw steun.

Ben Hoogenboom
lid dagelijks bestuur

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.