- blad nr 19
- 30-11-2013
- auteur A. Moerman
- de Vereniging
Veel aanhangers van onzin in onderwijs
Tekst Ad Moerman Beeld Joost Grol
“Met pek en veren de zaal uitgedragen, dat overkwam ons nog niet. Maar lang niet iedereen is altijd blij met ons. Zo bestaan er enorm veel commerciële bureautjes die geld verdienen op basis van onbewezen theorieën. Die zitten niet te wachten op twee vrolijke wetenschappers die zulke theorietjes onderuithalen”, vertelt Casper Hulshof, docent onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht.
De twee wetenschappers zijn auteur van het succesvolle boek Jongen zijn slimmer dan meisjes. Zesendertig onderwijsmythes prikken ze met groot plezier door. Op 12 december komen de twee naar Utrecht in het kader van de AOb-College Tour, middagen die hun inspiratie haalden bij het bekende tv-programma. “We proberen het vrolijk te houden. Dat is voor ons niet zo moeilijk want we hebben heel veel lol in het doorprikken van al die luchtballonnen in het onderwijs. Behalve fact free politiek bestaat er ook veel fact free onderwijs.”
Zo bestaat er de mythe over leerstijlen. Dat kinderen allemaal hun eigen unieke manier van leren hebben. De een leert beter via luisteren, de ander door kijken. Of het verhaal van de ‘multiple intelligentie’: dat er verschillende soorten intelligentie bestaan. In het verlengde de mythe over dyslectici die dan wel slecht kunnen lezen, maar wel heel goed kunnen denken in beelden. “Als we gewoon wereldwijd kijken naar het wetenschappelijke onderzoek over dit soort verhalen, dan blijkt meestal dat er flinke nuanceringen nodig zijn. En teleurstellend vaak dat de theorieën pure onzin zijn. De bedenker van de multiple intelligentie-theorie zegt inmiddels zelf dat in het onderwijs misbruik wordt gemaakt van zijn onderzoek.”
Als negatievelingen die de fijne sfeer komen verzieken, zo worden de auteurs weleens weggezet door hun critici. “Daarvoor zijn we wetenschappers van huis uit. Het is onze taak om theorieën tegen het licht te houden en door te prikken als dat nodig is. We zijn zelfs al aan de slag met een tweede boek. We krijgen steeds meer lol in onze taak. Nee, een boek over wat wel werkt, hoef je van ons niet te verwachten. Wij focussen op mythes en minder op wat wel werkt.”
Hulshof vindt zijn taak niet alleen leuk, maar ook nuttig. Baby’s worden niet slimmer van klassieke muziek, jongens zijn niet beter in wiskunde, enzovoorts. “Het ligt vaak genuanceerder, of we weten het niet, of dit soort stellingen zijn complete onzin. Leraren in opleiding krijgen best veel kletspraat over zich uitgestort. Dan is het handig dat ze met ons boek naar hun docenten kunnen stappen met de vraag om daar mee te stoppen. Dan ontstaat meer ruimte voor het leren van zaken die wel nuttig zijn. Dit geldt ook voor werkenden in het onderwijs. Managers die bepaalde theorieën aanhangen en hun scholen daarvan proberen te doordrenken. Als ontevreden docent kun je nu met ons boek in de hand die mensen aanspreken op al die onzin op school zodat ze samen op zoek kunnen naar methoden die wel nuttig zijn.”