• blad nr 19
  • 30-11-2013
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

 

Viermaal daags spitsuur

Kinderen stappen uit auto’s. Leerlingen komen aanlopen. Fietsers schieten voorbij. Bij basisscholen is het vier keer per dag spitsuur. Het in goede banen leiden van al het verkeer, is voor veel directeuren een zorg. Drie vertellen over hun aanpak.

Oversteken met behulp van verkeersarmen

Toen hij zes jaar geleden directeur werd van de St. Gerardusschool in grensdorp Glanerbrug, had hij direct zijn twijfels over de oversteek over de doorgaande weg voor de school, zegt Rob Veldhuizen. Al snel hoorde hij dat ook de ouders van de 330 leerlingen er niet blij mee waren. “Het was onoverzichtelijk. Er kwam van alle kanten verkeer. Er stonden wel ouders als verkeersbrigadier, maar niet altijd. Het was dus gewoon niet veilig genoeg.”
Besloten werd de oversteek, en daarom ook de ingang en de fietsenstalling van de school, een stuk naar rechts te verplaatsten. “Maar er bleven klachten komen”, vertelt Veldhuizen. “De oversteek zat nu voor een bocht en er werd regelmatig hard doorgereden door auto’s en vrachtverkeer (in theorie bestemmingsverkeer), ondanks dat dit stuk een 30 km-zone is. Het vele wildparkeren in de berm rondom de oversteek maakte het er ook niet beter op. We moesten kortom meer zaken aanpakken.”
Veldhuizen stelde daarop een verkeerscommissie samen bestaande uit twee verkeersouders, een aantal leerkrachten en hijzelf. De commissie komt vier á vijf keer per jaar bij elkaar. “Onze eerste actie was het houden van een verkeersweek. We hebben toen onder andere smiley’s uitgedeeld bij het halen en brengen: lachende voor vlot doorrijden op de zoen- en zoefstrook die er sinds de start van de school ligt, huilende voor parkeren in de berm. Om iedereen op een ludieke manier meer bewust te maken van de situatie.”
Een artikel over de actie in de regionale krant zorgde ervoor dat ook de aandacht werd getrokken van de gemeente. “Uiteindelijk kwam de wethouder zelf poolshoogte nemen.” Ook had Veldhuizen inmiddels contact gelegd met partijen als de dorpsraad en wijkagent. Door zo actief met alle betrokkenen over de situatie in gesprek te gaan, vroeg de gemeente de school vervolgens mee te doen met een verkeersveiligheidproject.
“Daardoor kwamen we weer een stuk verder”, stelt Veldhuizen. Zo keek een expert naar de oversteek en adviseerde er verkeersarmen te plaatsen, die over de weg kunnen worden gedraaid. “Die hebben we nu sinds begin dit jaar. Daar rijd je niet zomaar door. Onze verkeersouders zijn druk bezig voor alle momenten ouders te vinden die de armen kunnen bedienen. Ook sta ik er zelf één keer per week, leerlingen van groep 7/8 helpen mee. Dit vanuit de gedachte dat we ons echt met z’n allen moeten inzetten.”
Tegen het parkeren in de berm zijn hekjes neergezet. “Maar nog lang niet op alle plekken. Daar gaan we nog weer over praten.” Tot die tijd is het belangrijk dat de politie er handhaaft, zegt Veldhuizen. “En wij blijven aangeven: kom wanneer het kan gewoon lopend of op de fiets. Zijn de parkeerplekken en de zoen- en zoefstrook vol? Rijd naar de parkeerplaats van het sportpark aan het begin van de straat.” Daarnaast is besloten dat met de bouw van twee extra lokalen de komende tijd, nog een tweede zoen- en zoefstrook naast de school wordt aangelegd.
Als waardering voor alle inzet kreeg de school onlangs het Twents Verkeersveiligheidslabel. “Dat zie ik als aanmoediging om door te gaan.”

{foto’s bij groene hek}
Stukje lopen vanaf de kiss-and-ride

De slechte score voor verkeersveiligheid in de ouderenquête en klachten uit de buurt, waren voor basisschool de Oase in Den Haag ruim twee jaar geleden aanleiding om van de verkeerssituatie rond de school een speerpunt te maken. “We waren er al wel mee bezig”, zegt directeur Adam Altena. “Met name met de straat direct voor de school. Die is smal en loopt dood. We hebben vijfhonderd leerlingen. Kerende auto’s, fietsers en leerlingen te voet: dat ging soms maar net goed. We ontmoedigden ouders daarom hier in te rijden. Maar we moesten dus duidelijk steviger op het onderwerp gaan inzetten.”
Altena besloot samen met de ouderraad te gaan kijken naar het plaatje van de school en omgeving. “Naar waar we met de verschillende betrokkenen winst konden behalen. Want we kwamen al snel tot de conclusie dat we zaten met een combinatie van ons verkeer en dat van de flat tegenover, de zorginstelling naast en inmiddels drie middelbare scholen om ons heen. En met daarnaast dus een doodlopende straat voor en twee echt drukke wegen om ons heen, met ook een moeilijke oversteek en kruising, waar de gemeente over gaat.”
Ze gingen vervolgens met de verschillende partijen in overleg. Altena: “En zo konden we met de zorginstelling de afspraak maken dat de busjes de mensen afzetten nadat de school begonnen is.”
Met de gemeente werd allereerst het kruisen van de leerlingen en scholieren op scooters in de straat verbeterd, door de stoep te verbreden en daarmee het fietspad te versmallen waardoor er rustiger wordt gereden.
Ook werd het niet de straat inrijden besproken. “En besloten ter ondersteuning hiervan in de naastliggende straat een kiss-and-ride zone te maken”, vertelt Altena. Leerlingen ontwierpen een bijpassend bord met de tekst: Och, och, och, uw kind kan die paar meter wel lopen toch? “Met de achterliggende gedachte dat dit iedereen extra zou aanmoedigen.”
Om de verderop liggende laan veiliger over te kunnen steken, werd daar een zebrapad gemaakt. Maar wat betreft de kruising en het harde rijden in de straat aan de andere kant, was uiteindelijk de conclusie dat er niets kon worden gedaan. “De kruising is volgens experts zo het beste ingericht en in de straat kunnen vanwege de bus bijvoorbeeld geen drempels worden neergelegd. Dat is best frustrerend.”
Maar tegelijkertijd een extra reden om tegen leerlingen te blijven hameren op zelfredzaamheid in het verkeer, zegt Altena. “Te blijven aanmoedigen om lopend of op de fiets te komen. Daarnaast is dankzij een subsidie op een deel van ons plein een verkeersplein geschilderd om op te oefenen. En we vragen ouders daarbij te helpen.”
Want cruciaal voor het verbeteren van de situatie is het volgens de directeur ook dat je samenwerkt. “Dat je duidelijk laat zien wat er gebeurt en waar nog over na wordt gedacht. Je niet te streng opstelt, maar bijvoorbeeld ’s ochtends of in de nieuwsbrief nuchter blijft wijzen op punten als: parkeer niet op de kiss-and-ride, of de straat inrijden is echt niet de bedoeling.”

{foto’s parkeerterrein}
Parkeren op eigen terrein

Directeur Ruud Kraaijvanger van basisschool de Lindenhage in Zevenaar kwam zo’n vijf jaar geleden tot de conclusie dat er meer gedaan moest worden aan het parkeerprobleem bij de school. “Ouders die hun kinderen kwamen brengen konden hun auto nergens goed kwijt. Ze stonden onder andere op het gras bij het naastgelegen appartementencomplex. Reden de achterliggende doodlopende wijk in. Het was soms echt een heksenketel. En daarover was frustratie alom. Het was tijd voor actie.”
De situatie was in de afgelopen jaren onder invloed van verschillende ontwikkelingen ontstaan, vertelt Kraaijvanger. “Wij liggen hier als een soort eiland. Met een voet- en fietspad om ons heen en daaromheen verschillende wegen. Leerlingen komen - hiertoe aangemoedigd - zoveel mogelijk lopend of met de fiets. Maar het appartementencomplex naast ons werd gebouwd, we groeiden naar 580 leerlingen die ook van verder moeten komen en we werken met de naastgelegen basisschool en opvang naar een integraal kindcentrum toe. Tegelijkertijd werken steeds vaker beide ouders. En worden kinderen op weg naar het werk met de auto afgezet.”
De twee kiss-and-ride plekken die ze op een gegeven moment gekregen hadden, waren daarom echt niet voldoende, stelt Kraaijvanger. “Ook omdat daar regelmatig op geparkeerd werd.” En dus besloot hij met betrokken partijen als bewoners van het appartementencomplex, van de achterliggende wijk en de gemeente, in gesprek te gaan. “Gaandeweg konden zo stappen worden gezet. Zo bleken bij het appartementencomplex meer parkeerplaatsen te zijn dan de bewoners nodig hebben. Vervolgens werd in goed overleg afgesproken dat wij er een aantal mogen gebruiken.”
Maar dit was nog niet genoeg dus werd er verder gepraat over het creëren van meer parkeerplekken. “De bezuinigingen hielpen daarbij niet mee. Bovendien ontstond op een bepaald moment het idee plekken te maken aan de voorkant van de school, waar een watergang ligt die er dan onder moest komen. En dus kwam het waterschap er als gesprekspartner bij.”
Uiteindelijk konden er afgelopen zomer 54 parkeerplaatsen worden aangelegd. Kraaijvanger: “En het worden er nog wat meer. Daarvoor moet alleen eerst een ander bouwproject verderop worden afgerond. Dan wordt het terrein nog een stuk doorgetrokken en wordt het een lus, zodat er niet gekeerd hoeft te worden terwijl overal kinderen uitstappen.”
Maar ook nu is iedereen al erg tevreden, zegt Kraaijvanger. “En het lijkt er niet op dat het autogebruik toeneemt. Ik heb het idee dat het rekening houden met, juist ook een aanmoediging is om op een vrije dag toch lopend of met de fiets naar school te komen. Dat hebben we ook aantrekkelijker gemaakt door een stuk stoep tussen de stallingen en het voet- en fietspad te reserveren om kinderen rustig af te kunnen zetten en op te halen.”
Klaar is het voor Kraaijvanger nu niet. “Verkeersveiligheid is een onderwerp dat je moet onderhouden. Dat is ook de reden dat we een gedragsprotocol verkeersveiligheid hebben. Als meetlat en geheugensteun. En je moet dus blijven nadenken over ontwikkelingen. Zo gaan we over op een continurooster, wat dan ook een haal- en brengmoment in de middag scheelt.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.