- blad nr 19
- 30-11-2013
- auteur R. Sikkes
- Commentaar
Het gat tussen ambities en beloning
Wanneer we flink teruggaan in de tijd zien we dat het leraarsberoep zeer populair was in de jaren zestig en tachtig. Na een fors lerarentekort gingen de lerarensalarissen flink omhoog. De belangstelling werd zo groot dat het tekort omsloeg in een overschot.
Het CPB stelt nu voor om bij tekorten zuiniger te zijn. Volgens de economisch adviseurs is het gat tussen het lerarenloon en de markt maar in een paar gevallen echt dramatisch genoeg om actie te ondernemen. Daarom adviseert het CPB om voor bètavakken en moderne talen bij de start een stevige bonus te geven. Mochten er ergens anders tekorten komen, dan kunnen ook die gericht worden bestreden. Ga gerust uw gang, zegt het ministerie dan weer, want wij gaan er niet over. Het is aan sociale partners om beloningsdifferentiatie in te voeren. Klinkt logisch, maar is het zo simpel? Nee, want scholen krijgen niet meer geld om bèta’s of leraren Duits beter te betalen.
De minister kijkt bovendien wel erg naar de korte termijn. Want intussen barst het onderwijsbeleid op papier van de ambitie. Een van de dromen is dat op enig moment alle leraren een masterdiploma hebben.
Dat is een mooi streven, maar gaat de minister dan ook een meesterlijk salaris betalen? Neem bijvoorbeeld de academische pabo. Een succes: honderden vwo’ers kiezen voor die opleiding. Maar wanneer ze op een basisschool gaan werken, krijgen ze maximaal een bachelorsalaris. Het is de vraag hoe lang doctorandus juf in het basisonderwijs wil blijven werken, als haar studiegenoten veel beter beloond worden.
Mag het arbeidsmarktbeleid misschien een tikkeltje toekomstgerichter?