- blad nr 14
- 21-9-2013
- auteur W. de Lange, de
- Column
Werkvorm
Noem iets ‘docentgestuurd’, ‘competentie’ of ‘basisstructuur’ en het lijkt meteen of je ergens verstand van hebt. Die schimmel van sociaalwetenschappelijk jargon, ook het onderwijskundige, vervult een mystieke rol in het beroepsleven van honderdduizenden Nederlanders en zeker in het onderwijs. Het bevordert het denken niet, het vervangt het.
Een voorbeeld. We hebben het aan de koffietafel onder docenten over een gepest kind. Een echt, concreet, gepest kind. Er moet iets gebeuren. Maar wat is in dit geval het wijste? “Het Ierse protocol”, zegt een collega beslist, “dat is evidence based.” Voor hem is de kous daarmee af. Ik ben er vrij zeker van dat hij er moeite mee zou hebben te vertellen wat het Ierse protocol behelst. Daar gaat het ook niet om. Het heeft een naam, ‘Iers protocol’, en een stempel, ‘evidence based’. Klaar, over dit pestgeval hoeven we niet meer na te denken. Alsof pesten iets als voetschimmel is – het juiste smeersel en weg is het. Maar dat is niet zo, pesten is zogezegd een complexe zaak.
Hele generaties onderwijsgevenden worden in het hbo gedrild in deze ‘wetenschappelijke’ rite, in dit geloof. Er wordt niet bij verteld dat de sociale wetenschappen heel anders in elkaar zitten dan de natuurwetenschappen. Dat sociale wetenschappen over geen enkel vraagstuk een boven elke twijfel verheven waarheid boven tafel kunnen krijgen. Dat cijfers en bewijzen zich, nader bezien, voor heel veel interpretaties lenen. Dat de sociale wetenschappen er horen te zijn om ons te leren denken, niet om ons het denken af te leren. Dat het zaak is om elk stukje jargon in je hoofd zo snel mogelijk af te breken en tot de werkelijke betekenis terug te brengen.
Het kwam allemaal door een bijscholing in de afgelopen week, vol zinloos gedoe met activerende werkvormen. Ik had opeens zo ontzettend genoeg van de onderwijskunde. Ik nam me voor dit stukje te schrijven. Ik pakte een onderwijskundig boekje uit de kast om me eens goed kwaad te maken. Ik vond de stompzinnige citaten aan het begin van dit stukje. Het stukje schreef zichzelf. Maar het is niet af. Want in het boekje vond ik ook goede beschrijvingen van lessen, tips, verstandige opmerkingen.
De volgende ochtend liet ik leerlingen naspelen hoe Columbus in 1492 koningin Isabella probeerde te winnen voor de financiering van zijn ontdekkingsreis. Dat doe ik vaker, naspelen. Activerend, maar toch leuk. Opeens zie ik dat ze er echt wat van leren. Ik gooi er met meer flair dan normaal op het goede moment brokjes kennis tussendoor, die ook nog doel raken. Ik laat de toeschouwers leren van hun eigen commentaar. Dood aan de onderwijskunde! Leve de onderwijskunde!