• blad nr 12
  • 22-6-2013
  • auteur L. Douma 
  • Redactioneel

De tafels zijn zeker op Texel achtergebleven’ 

Kennis zakt weg in de zomervakantie

Hoe schrijf je de hoofdletter ‘B’ ook alweer? Hoeveel is 9 keer 4? En: Is ‘zicht’ nu met ‘ch’ of ‘g’? Vragen die voor de zomervakantie met gemak beantwoord werden, maar daarna niet meer. In de zomervakantie ebt kennis weg.

Eindeloze dagen op volle stranden, langs kabbelende beekjes of op grillige bergen: zo is de zomervakantie bedoeld. Als een fijne periode waarin je je los kunt maken van de waan van de dag. Maar ook een periode waarin je werk van het afgelopen schooljaar voor een flink deel teniet wordt gedaan. Dat is de keerzijde. Leerlingen verliezen in de grote vakantie kennis en vaardigheden. “Wij grappen wel eens ‘de tafels zijn zeker op Texel achtergebleven’”, vertelt Sijtske Deinum, leerkracht groep 3/4/5 op de basisschool in Oostbierum. “Ook hoe je bijvoorbeeld de hoofdletter ‘B’ schrijft, vergeten kinderen wel eens, of het verschil tussen ‘ou’ en ‘au’”, gaat Deinum verder, die ook een praktijk voor kindercoaching heeft, Vlinderlicht in Makkum.
Als leerlingen niet naar een zomerschool gaan, geen bijles volgen noch aan een andere educatieve activiteit deelnemen, daalt hun kennisniveau. Kinderen uit lagere sociale milieus hebben er meer last van dan anderen. En leraren zijn na de zomervakantie vier tot zes weken bezig om de weggezakte kennis weer op te halen. Gegevens van het Center for Summer Learning van de Johns Hopkins University in de VS. In Amerika noemen ze het fenomeen summer learning loss. Daar duurt de zomervakantie aanzienlijk langer dan in Nederland. Om die reden zijn de effecten er ook groter. Maar dat betekent niet dat Nederland niet zijn eigen summer learning loss kent, namelijk de zomerdip.

Prikkels
Onderzoek uit 2009 aan de Universiteit van Twente bevestigt dat onderwijsachterstanden tijdens de vakantie ontstaan, vooral bij lezen. Voornamelijk vaardigheden die ingeslepen moeten worden, ebben weg. Vorig jaar bleek uit een peiling van Squla, een uitgever van een online oefenprogramma, dat 94 procent van de leerkrachten in het basisonderwijs na de zomervakantie een terugval in het niveau ziet bij leerlingen.
Slimme kinderen lijden minder onder de lange vakantie. Zij lezen waarschijnlijk meer. Zwakkere leerlingen ontberen deze prikkels in de vakantie. ‘Ongelijkheid tussen leerlingen lijkt vooral te ontstaan wanneer ze niet naar school gaan’, schreven de onderzoekers van de Universiteit van Twente. Zaak dus om alle leerlingen in de zomervakantie aan het lezen te krijgen. Maar hoe?
“In het laatste tienminutengesprek voor de zomer noem ik de zomerdip expliciet”, vertelt Deinum. “Als kinderen die toch al moeite hebben met lezen, kennis verliezen in de vakantie hebben ze in het nieuwe schooljaar meteen zo’n zware start. Want de methoden gaan wel in een sneltreinvaart verder waar ze gebleven waren.”
Op basisschool de Carrousel in Landgraaf organiseren ze sinds drie jaar vlak voor de vakantie een ouderavond over de zomerdip. “Die ouderavond koppelen we aan het bekendmaken van de nieuwe groepslijsten: welk kind komt bij welke juf. Omdat ouders vooral dat laatste onderwerp zeer interessant vinden, komen ze massaal naar de ouderavond”, vertelt Marieke Baselmans, leerkracht groep 8 en taalcoördinator. “Op de ouderavond is ook de bibliotheek aanwezig met een standje. Er wordt uitgelegd hoe de bibliotheek werkt en de bibliotheek laat voorbeelden zien van wat ze in huis heeft. Ik probeer ouders op het hart te drukken dat ‘zien lezen, doet lezen’. Sommige ouders zeggen dat ze hun kinderen echt niet aan het lezen krijgen. ‘Hebben ze wel een bedlampje’, vraag ik dan. Zien ze jou wel eens met een boek op de bank, zonder dat de televisie aanstaat? Heeft een kind wel de tijd en rust om te lezen? Het is heel belangrijk dat er thuis een leescultuur is.”

Relatie
Voor sommige ouders zijn deze aansporingen niet genoeg. Baselmans: “Ouders die zelf laaggeletterd zijn, vinden het soms een enorme stap om naar de bibliotheek te gaan. Die ouders reik ik vaak zelf wat boeken aan van school. Die mogen ze dan lenen in de vakantie.”
Van Jan Halin, opleidingsdocent bij de pabo van Inholland in Den Haag, mogen leerkrachten ouders nog meer achter de broek zitten. “Ik heb meegemaakt dat leerkrachten aan leerlingen vroegen waar zij op vakantie gingen. Vervolgens zochten ze boekjes op over het vakantiegebied en stelden een pakketje samen toegespitst op de leerling.”
Ook kent Halin leerkrachten die tijdens de zomervakantie blijven e-mailen met leerlingen, gewoon om te bespreken wat zij gelezen hebben. “Dat geeft de leerling en de ouders het idee dat lezen echt heel belangrijk is. ‘Onderwijs’ is in Nederland strikt afgebakend in periodes. Maar ons vak is een relatie opbouwen met leerlingen. Is die relatie er eenmaal, dan presteren leerlingen beter. Soms gaat die relatie over de grenzen van de vrije tijd heen. Je zou daar als team afspraken over kunnen maken. In de zomer e-maildiensten kunnen instellen bijvoorbeeld.”
Dat gaat de Friese leerkracht Deinum te ver. “Leraren hebben ook recht op vakantie. In de zomer is het echt aan de ouders, maar die kun je voor de zomer wel een eindje op weg helpen. En na de zomer kun je met hen bespreken hoe het is gegaan.”
Joop Stoeldraijer, senior onderwijsadviseur bij Edux, ziet wel iets in het idee van e-maildiensten. Samen met CPS Onderwijsontwikkeling heeft Stoeldraijer twee jaar geleden voor de PO-raad de kwaliteitskaart ‘Bestrijden van de zomerdip’ ontwikkeld, met tips voor ouders en leerkrachten. Bij het boek Vos en Haas (van Sylvia Vanden Heede, met tekeningen van Thé Tjong Khing) zijn in opdracht van de PO-raad werkbladen gemaakt die ouders kunnen gebruiken als ze lezen met hun kind.*
Stoeldraijer heeft ontdekt dat je lezen met je kind voor ouders niet helemaal vrijblijvend moet maken. “Er is een aantal scholen geweest die een borg vroegen voor het lenen van Vos en Haas. En er was een groep scholen die Vos en Haas kosteloos uitleende aan ouders. Het bleek dat de ouders die borg hadden betaald beter lazen met hun kinderen en ook de werkbladen beter invulden. Door een borg te vragen, onderstreep je als school het belang van lezen.”

Rekenen
Op veel scholen wordt aandacht besteed aan de zomerdip. Al die aandacht richt zich op lezen, terwijl ook de rekenvaardigheden van leerlingen in de zomervakantie slinken – zij het minder. Stoeldraijer: “Bij automatiseren - dat je niet meer hoeft na te denken over hoeveel 17 min 3 is - zal zich hetzelfde voordoen als bij lezen. Omdat automatiseren ook iets is wat je alleen maar leert door herhaling. Ouders zouden dus de tafels kunnen herhalen met hun kinderen of rekenspelletjes kunnen doen, bijvoorbeeld onderweg naar de camping rekenen met nummerborden van auto’s.” Maar: “Het lastige aan rekenen is dat het om een bepaalde methodiek en pedagogiek vraagt die ouders niet beheersen”, zegt Halin van Inholland. “Het risico bestaat dat ouders hun kinderen de verkeerde dingen aanleren.”
Bovendien: lezen is ook een belangrijk onderdeel van rekenen. “Veel sommen zijn heel talig. Door te lezen in de vakantie ondersteun je ook de rekenvaardigheden.”
Op de site van de Asvo-school in Amsterdam is een folder te vinden over hoe de zomerdip te bestrijden. Directeur Rob Snijders vindt echter niet dat ouders hun kinderen aan een zomerprogramma moeten onderwerpen. “Aan de start van het nieuwe jaar, als ik een nieuwe klas krijg, denk ik altijd: Die kinderen hebben vorig jaar niets geleerd. Ben je een paar weken verder, dan zijn ze weer op niveau. Ik ontken het bestaan van de zomerdip dus niet. En als ouders me er expliciet om vragen, zal ik ze zeker advies geven, vandaar die folder op onze site. Maar kinderen worden tegenwoordig van cursus naar cursus gesleept. Na een periode van inspanning mogen zij zich ook wel eens ontspannen. Mijn mooiste jeugdherinneringen zijn van fikkie stoken langs het water. Dat gun ik mijn leerlingen ook. Laat ze eens kattenkwaad uithalen in de buurt.”

{noot}
*De werkbladen bij Vos en Haas zijn te downloaden op de website www.taalpilots.nl Ga naar ‘Meer kwaliteitskaarten’, klik ‘Zomerdip’ aan en vind het juiste werkblad.

{kader 1}
Tips voor scholen


• Laat duidelijk merken hoe belangrijk het is dat leerlingen in de vakantie blijven lezen. Gebruik hiervoor de weekbrief, de ouderavond, het tienminutengesprek en gesprekken in de groep.
• Zorg ervoor dat actie die de school onderneemt rond de zomerdip goed wordt voorbereid. Dit vraagt tijd. Maar: wat je eenmaal ontwikkelt, is vaak jaren achtereen bruikbaar. Denk er ook eens aan om pabostudenten hiervoor in te zetten.
• Maak vooraf duidelijk welke leerkracht na de vakantie doorneemt wat de kinderen in de vakantie gedaan hebben.
• Door het bijvoegen van afvinklijstjes en/of opdrachten en door af te spreken hoe de nieuwe leerkracht daar na de vakantie op terugkomt, wordt het lezen minder vrijblijvend.
• Benadruk het leesplezier, het gaat erom op een ontspannen manier te blijven lezen in de vakantie.
• Ga op zoek naar hulptroepen als de ouders niet kunnen lezen met hun kind. Dit kan een oudere broer of zus zijn, een ander familielid of een vrijwilliger.
• Beloon de inspanningen van de leerlingen.

Tips komen van de kwaliteitskaart ‘Bestrijden van de zomerdip’ van de PO-raad.

{kader 2}
Boeken en oefenprogramma’s

Plezier staat voorop. Laat kinderen in de vakantie dus vooral lezen wat ze zelf leuk vinden, ook al sluit dat niet geheel aan op hun leesniveau. Een stripboek lezen, is ook lezen. Hebben leerlingen geen duidelijke voorkeur en weten ouders ook niet waarmee ze kunnen oefenen? Voor startende lezers zijn meegroeiboeken handig. Dit zijn boeken die starten met AVI 1 en doorlopen tot M4 (het niveau dat een gemiddeld kind heeft halverwege groep 4). Kook jij of kook ik? door Martine Letterie, geïllustreerd door Rick de Haas, is een goed voorbeeld (Zwijsen, €13,95, ISBN 9789-04870-6501). Een andere suggestie: Vos en Haas, geschreven door Sylvia Vanden Heede, met tekeningen van Thé Tjong Khing (Lannoo, €14,99, ISBN 9020-9319-70). Vos en Haas is ook verkrijgbaar als interactief e-book. Voor ouders zit er in het boek een overzichtspagina waar precies gevolgd kan worden hoever het kind in het boek gevorderd is. Het e-book is te verkrijgen via de iBookstore.
Meer interactie? Squla is een online oefenprogramma met quizzen, instructiefilms en spellen in alle vakken van de basisschool en brugklas. De vorderingen zijn te volgen in een ouderrapport. Squla werkt samen met Cito. Op www.citotrainer.nl kunnen leerlingen ook gratis online oefenen voor Cito-toetsen. Op deze site zijn ook betaalde oefenprogramma’s te bestellen.

{kader 3}
‘De school wilde geen vakantiehuiswerk meegeven’

Vader Jan (“geen achternaam, ik moet nog verder met deze school”) wilde zijn zoon Jasper zelf bijles geven in de zomervakantie. De school hing niet bepaald de vlag uit.

“Jasper deed het niet zo goed op school, in groep 3. Vooral lezen was een drama. Dus vroeg ik de school of ze me wat huiswerk zouden kunnen meegeven om in de zomervakantie met Jasper te maken. Iedereen keek glazig, dat was ze nou nog nooit gevraagd. Ik kreeg ook het idee dat ze mij deze taak niet durfden toe te vertrouwen: onderwijs is voorbehouden aan leraren, dat zijn de professionals – don’t try this at home. Materiaal om thuis te oefenen hadden ze niet.
Ik verdiepte me in het lesmateriaal van groep 3, en besloot om dan maar zelf de laatste drie kernen van Veilig leren lezen in de vakantie te herhalen. Ook dat was niet echt de bedoeling, vond de school. Maar na veel vijven en zessen kreeg ik zwart-witkopieën mee van het woordenboekje van die kernen. Terwijl de cruciale letters in die boekjes soms in kleur zijn gedrukt. In plaats van extra opvallend waren die letters nu dus extra vaag.
Na wat googelen blijkt dat een andere basisschool die woordenlijstjes gewoon in kleur op de site had staan. Die kon ik downloaden en in kleur printen. De leesboekjes en de werkboekjes bestelde ik zelf, bij een verzendhuis in België.
Toen had ik dus de boekjes van die drie kernen thuis liggen, maar geen idee wat ik daarmee zou moeten. Op internet vond ik wat leuke methodes waarmee je de leerling dezelfde tekst een paar keer achter elkaar kunt laten lezen, met tussenpoos van een dag, en dan de voortgang timen. Ik leerde de voor-koor-door-methode. En ik kreeg de cruciale tip dat je niet meteen moet ingrijpen als een kind een fout maakt tijdens het lezen. Laat hem eerst de zin afmaken, dan ziet hij vaak dat er iets niet klopt en verbetert hij zichzelf. En dat werkt in de praktijk dus echt. Ook blijken er heel aardige computermethoden te zijn, waar de kinderen spelenderwijs mee aan de slag gaan.
Jasper en ik hebben de hele zomervakantie doorgewerkt, elke dag een half uurtje. En aan het begin van groep 4 kregen we een compliment van de remedial teacher. Jasper was heel erg vooruitgegaan.
Graag gedaan, zou ik zeggen, maar kan je dat als school nou niet stimuleren? Organiseer voor het begin van de vakantie een bijeenkomst voor ouders, vrijwillig, waarin je ze vertelt over leerwinst die ze zelf kunnen boeken. Geef die ouders wat tips mee en zorg dat er materiaal beschikbaar is. Zo moeilijk is dat toch niet? Veel ouders zijn van goede wil. Maak er gebruik van, zou ik zeggen.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.